Historie
In meerdere opzichten vormt de Wetterhoun een ras dat uniek genoemd mag worden. Om te beginnen vertoont hij uiterlijk nauwelijks gelijkenis met enig ander hondenras. Tot op heden is de oorsprong van de Wetterhoun niet achterhaald. Gezien zijn bouw en vachtstructuur ligt het nog het meest voor de hand, dat deze ligt in Noord Europa en dat dit type hond door zeelieden in Friesland achtergelaten werd. In het verleden kwam hij het meest voor in de waterrijke gebieden van Friesland: de Zuid Westhoek en de zgn. “Lage Midden”. Daar werd hij gebruikt voor de jacht op visotters en bunzings, twee diersoorten die zich niet zonder slag of stoot laten overmeesteren. De Wetterhoun is dan ook zeker niet bang uitgevallen.
Kenmerken
De stugge astrakanvacht met de beschermende vettige ondervacht, het forse brede hoofd en de spiraalstaart geven de Wetterhoun zijn karakteristieke voorkomen. Het is een middelgrote hond; de ideale maat is voor een reu 59 cm en voor een teef 55 cm. Ondanks zijn wat grimmige uiterlijk heeft de Wetterhoun een zeer aanhankelijke en gevoelige natuur, waardoor hij zich vooral aan de huisgenoten in sterke mate hecht. Hij geldt tevens als een uitstekende waakhond: de ideale heemhond.
Jachteigenschappen
De “Wetter” werd en wordt als jachthond zeer gewaardeerd. Hij jaagt bij voorkeur kort bij zijn baas. Het is geen voorstaande hond, echter wel een goede apporteur en vooral een uitstekende en vasthoudende zoeker. Zijn gekrulde, enigszins vettige vacht beschermt hem tegen de meest barre weersomstandigheden. Dichte rietkragen of dichte onderbegroeiing en zelfs braamstruiken zijn hindernissen waartegen hij ruimschoots is opgewassen. Een hond die tegen een stootje kan.
Vereniging
De Nederlandse Vereniging voor Stabij- en Wetterhounen behartigt de belangen van beide rassen. Zij werd opgericht op 26 april 1947. De kleine populatie Wetterhounen baart de vereniging zorgen. Middels een gericht fokbeleid probeert zij de Wetterhoun voor de toekomst te behouden. Voor verdere info: zie stabijhoun (Friese Stabij).