Historie
De Engelse Setter vestigde vanaf 1825 zijn naam als jachthond voor de hoenderachtigen. In die tijd startte Eward Laverack zijn gerichte fokkerij. Toen hij in 1872 zijn boek “The Setter” publiceerde waren er vermoedelijk al Setters in Nederland. Rond 1900 domineerde Van der Vliet bij de setters de showring en de veldwedstrijden met veelal gekochte honden (onder andere uit België). Dit kwam onder meer tot uiting door de internationale field-trial in Susteren te winnen. Er tekende zich toen al een duidelijke scheiding af in show- en werksetters. De werksetters waren kleiner, ± 54 cm, hadden kortere beharing, waren fel en de kleur was ondergeschikt.
In de meer recente geschiedenis zijn er een aantal Nederlandse liefhebbers geweest die de honden op field-trials in binnen- en buitenland hebben voorgebracht. Gezien het kleine aantal liefhebbers zijn de resultaten zeer goed.
De hond Francini’s Luca van Mvr. E. van Drunen-’t Lam werd Internationaal Werkkampioen. Hoog scoorden in de veldwedstrijden ook de honden van Mvr. Ponsioen met de eigen fokproducten ‘Bynndale’, Triton van de Bonte Kamp van F. Textor, Bynndale Blue Dapple van Y. van Maris, en Perle du Coriam en Francini’s Maurits van D. van ’t Land. Er is op dit moment een flink aantal jonge honden, die in de startblokken staan om hun kwaliteiten te tonen.
De jacht met de Engelse Setter in Nederland
Dat de Engelse Setter niet geschikt zou zijn voor de jachtvelden in Nederland is onjuist. Elke jachthond heeft zijn voordelen in bepaalde terreinen. Op de Zeeuwse eilanden en in de IJsselmeerpolders worden Engelse Setters gebruikt, tot zeer tevredenheid van de jagers. Het zijn echte wildvinders. Bovendien is de stijl van werken een lust voor het oog.
De veldwedstrijden in Nederland
Sinds een tiental jaren mag de VES (Vereniging van Liefhebbers van Engelse Setters) een veldwedstrijd organiseren in het voorjaar bij de WBE’s rondom Deurne en Griendtsveen. Ook najaarsveldwedstrijden zijn de afgelopen jaren georganiseerd op het mooie eiland Tholen. Liefhebbers van de Britse Staande Honden uit Nederland, België en Duitsland treffen elkaar om te genieten van “het spel op de wind” van deze snelle honden.
Het werk en de stijl van de Engelse Setter zijn, als alles, ook aan evolutie onderhevig. De Italiaanse en Franse lijnen zijn op dit moment top. In Frankrijk zijn zelfs in 1998 meer Engelse Setters ingeschreven in het stamboek dan Epagneuls Breton, voorwaar toch een nationaal ras.
De Engelse Setter zoekt zijn veld in snel tempo af, speelt in op verwaaing en is een elegante verschijning in het veld. Zijn arrêt is vloeiend, het contact met het wild gedecideerd.
De Vereniging van Liefhebbers van de Engelse Setters biedt onderdak voor alle Engelse Setterliefhebbers, zowel qua werk als qua schoonheid.