Historie
Het woord Braque in het Frans verwijst naar het franse werkwoord “voorstaan”. Dit zeer oude ras wordt voor het eerst in 1598 vermeld in de botanische encyclopedie van Aldrovandi. De Braque du Bourbonnais wordt hierin beschreven als een staande hond uit de Bourbonnais regio (tegenwoordig departement Allier en een stukje Cher), gespikkeld, met korte staart en geroemd om zijn uitstekende jachtkwaliteiten. Na de Tweede Wereldoorlog was het slecht gesteld met het aantal Bourbonnais. In de jaren ’70 is men in Frankrijk begonnen met het voorzichtig terugfokken van het ras met grote nadruk op karakter en jachteigenschappen. De Bourbonnais beschikt over een gen dat maakt dat een deel van de honden zonder staart of met korte staart geboren worden (de rest wordt gecoupeerd, hetgeen in Frankrijk voor jachthonden is toegestaan). Eeuwenlang was het ras onbekend buiten Frankrijk. In de jaren ’80 is het ras in Amerika geïntroduceerd. Sinds de eerste Bourbonnais winnaar van de NAVHDA test van de North American Hunting Dog Association werd mag het ras rekenen op de interesse van een enthousiaste groep Amerikaanse jagers. Tegenwoordig wordt de Bourbonnais bejaagd van boven de poolcirkel in Finland tot aan de woestijn van Arizona toe. Het blijft echter een in aantal zeer bescheiden ras.
Kenmerken
De Bourbonnais is een compacte gespierde hond met een schofthoogte rond de 50-55 cm. De diepe brede borst reikt tot aan de bovenkant van de ellebogen. De vacht is kort, dicht en enigszins vettig, wit gespikkeld met licht reebruin (fauve) of leverbruin (marron). De ogen zijn amberkleurig en hebben een zachte uitdrukking. De hond heeft of geen staart, of een natuurlijk korte, dan wel gecoupeerde staart (in Frankrijk). De aard van de Bourbonnais is zacht, zeer baas gericht, intelligent, bedachtzaam en iets terughoudend tegenover vreemden. Ze hebben een grote werklust en zijn in het veld hard voor zichzelf en onvermoeibaar. De ideale combinatie van vriendelijke huishond en gepassioneerde jachthond. Er zijn geen rasgebonden gezondheidsproblemen bekend.
Jachteigenschappen
Het landschap van de regio Bourbonnais vroeg om een hond die op alle terreinen thuis was; bos, dichte hagen, open veld en moeras. Hoewel oorspronkelijk gefokt voor de jacht op snippen en watersnippen heeft de hond zich ontwikkeld als allround jachthond voor veer- en haarwild. Hij is geschikt voor het werk vóór het schot en ná het schot, zeer zacht in de bek en hij past zich zonder problemen aan elk terrein. De honden hebben een zacht karakter en zijn van nature op de voorjager gericht. Dit maakt dat de honden met zachte, consequente hand getraind kunnen worden. Bij een te harde aanpak blokkeert de hond. De Bourbonnais zoekt het terrein in elegante lichte draf af, het hoofd horizontaal. Hij gaat zeer stelselmatig te werk en blijft daarbij dynamisch en enthousiast. Het zeer goede reukvermogen zorgt zowel bij het voorstaan als ook bij het apport en de verloren zoek voor een uitstekend resultaat.
Informatie
www.braquedubourbonnais.info (Frans en Engels)